Interview met Oona Libens

uit het archief: SOMA

In november 2018 kwam Oona Libens in onze expositieruimte vechten met de laatste loodjes van haar nieuwste voorstelling genaamd SOMA. Oona Libens (1987) is een Belgisch-Zweedse kunstenares. Haar werk draait rond media-archeologie en de geschiedenis van het (bewegend) beeld.

Dit interview werd gepubliceerd in onze najaarsbrochure van 2018.

Oona schept een apart universum door een dialoog te creëren tussen oude en nieuwe mediavormen — van schaduwtheater als de meest primitieve vorm van bewegend beeld, naar de toverlantaarn, het computer- of televisiescherm, tot de hedendaagse entertainmentmaatschappij en Google. Met haar performances tracht Oona Libens onze ervaring van het beeld en het scherm uit te breiden, om een analoge virtuele realiteit te creëren en een entertainmentmachine te maken die traag is, aarzelt, wankelt en faalt. Nadat ze afstudeerde aan het KASK in Gent in 2012, heeft ze gewerkt aan een reeks poëtisch-wetenschappelijke voordrachten met onderwerpen zoals het universum, de zee, tijd en het menselijk lichaam.

Oona:
‘Deze voorstelling wordt deel drie uit een poëtisch-wetenschappelijk serie — waarin de microkosmos van het menselijk lichaam aan bod komt. Eerder maakte ik de voorstellingen Nausea (2014) - over de zee - en mijn afstudeerproject Celeste (2012) - over het universum. Mijn werk situeert zich in de sfeer van de media-archeologie en de geschiedenis van het (bewegend) beeld. Ik probeer een dialoog aan te gaan tussen historische en moderne mediafenomenen: van schaduwspel als de meest elementaire vorm van film, over de lanterna magica, het (TV-)scherm tot Google en de beeld- en spektakelmaatschappij van vandaag. We worden dagelijks overspoeld door duizenden beelden, die in grote mate gereduceerd worden tot een scherm.

Ik wil het fenomeen van het scherm opentrekken, er diepte en tactiliteit aan geven, de belevenis verbreden. Het beeld dat op scène gecreëerd wordt, wordt tot op de kleinste componenten ontleed en blootgelegd. Ik wil een langzame entertainment-machine maken, één die twijfelt, hapert en het af en toe begeeft — net als het menselijk lichaam. In mijn onderzoek rond het lichaam heb ik zowel de geschiedenis van de anatomie en geneeskunst bestudeerd, als het figuurlijke gebruik van het lichaam, bijvoorbeeld als metafoor voor de samenleving. Ik wil deze verschillende aspecten samenvoegen in een semi-wetenschappelijke, eerder poëtische beschouwing over het mens-zijn.

Er lopen dus twee parallelle lijnen doorheen de voorstelling. Aan de ene kant het lichaam, met zijn (fysieke en psychologische) ziektes en tekortkomingen en aan de andere kant de focus op mediafenomenen (het beeldscherm, de behoefte aan entertainment, etc). Ik ben vertrokken vanuit het idee van een 'SOMA', wat zowel medicijn als vergif betekent—en binnen mediatheorie kan het verwijzen naar de digitale media als een handig tool die eveneens een slopende verslaving is. Soma is grieks en betekent lichaam. In wetenschappelijke taal is het ook een onderdeel van een zenuwcel. Daarnaast verwijst het naar de drug uit Brave New World van Aldous Huxley: van zodra de inwoners uit die 'utopische' wereldstaat iets van ongemak of onrust voelen opkomen, nemen ze wat Soma in waarna ze zich weer gelukkig voelen.

Ik zoek zowel naar de link tussen ons lichaam en de apparaten waar we ons dagelijks mee omringen — als naar de tegenstelling: het lichamelijke, materiële, met z'n ziektes en tegenstribbelingen tegenover het virtuele, de vluchtige informatie, die steeds vooruit wil en nooit stopt. Maar onze relatie tot die digitale wereld brengt wel weer nieuwe (lichamelijke of psychische) symptomen of ziektes met zich mee. Telkens er een nieuwe technologie geïntroduceerd wordt, brengt die een soort lichamelijk destabiliseringsproces met zich mee. Toen de allereerste films vertoond werden, klaagde het publiek over duizeligheid. De eerste treinritten gingen gepaard met misselijkheid... .

Een voice-over — een autoriteit op vlak van de medische wetenschap — zal het publiek informeren over wat er in het lichaam gebeurt. Op wetenschappelijke, maar tegelijkertijd ironische toon — want dit is geen pure wetenschap — wordt verteld over de functie van de aminozuren, lymfeklieren, waar de ziel juist zit en hoe die eruit ziet, hoe de binnenkant van een melancholicus of hypochondriër eruit ziet, hoe het lichaam door artificiële intelligentie overbodig wordt, enz... Ik neem weliswaar een loopje met de waarheid, feiten en fictie zullen moeiteloos in mekaar overvloeien. Dit alles wordt geïllustreerd aan de hand van simpele componenten: licht en schaduw, reflecties, primitieve en analoge projecties — beelden die ondanks hun analoge karakter ook naar moderne mediafenomen verwijzen. De performance zal zich afspelen in een delicate metalen constructie: een lichaammachine of een primitieve computer? De beelden worden live gemanipuleerd, om bijvoorbeeld van een stilstaand een bewegend beeld te maken. Die manipulatie wordt een soort choreografie, een tweede laag in de voorstelling, waar het publiek inzage in krijgt. Ik wil voor deze voorstelling graag meer fokus leggen op het fenomeen van het scherm. Behalve de evidente betekenissen (TV-, telefoon-, of computerscherm), kan het ook verwijzen naar bijvoorbeeld een schilderij, venster, zonnescherm of het netvlies. Maar tegenwoordig beleven we de werkelijkheid steeds vaker via het digitale scherm, waarachter een virtuele versie van de realiteit schuilt — wat dan weer doet denken aan Plato’s allegorie van de grot en het schaduwspel. Het scherm is dus constant aanwezig en is een belangrijk deel van ons leven geworden, zó belangrijk dat het niet meer weg te denken is en bijna niet in vraag gesteld wordt: ‘the screen turns into an ever-present non-presence’ (Erkki Huhtamo).

Ons schermgebruik is een nieuwe vorm van intoxicatie. Ik wil daar ook niet al te moraliserend over doen, maar wil daar wel even bij stil staan. In SOMA wil ik het scherm waarop geprojecteerd zal worden, tevens beschouwen als de huid van het lichaam. De grens tussen binnen en buiten, waardoor we afgeschermd worden voor ons eigen innerlijk, gaat ook op voor het digitale scherm: het is de grens tussen onszelf en de wereld daarbuiten. In deze huid kan vervolgens — zoals bij een operatie — gesneden worden en terug toegenaaid: het scherm wordt opengebroken. De keuze voor low-tech, analoog en mechanisch is niet zozeer om nostalgische redenen, dan wel om de techniek zichtbaar te maken. In feite zou alles vanop een computer door een simpele druk op een toets gestuurd kunnen worden. De bedoeling is echter om het hele technische verloop bloot te leggen en daar zo min mogelijk in te compromissen.

Op 23 november 2018 kon u in Het Bos naar een toonmoment komen kijken van SOMA.