De herten van de Boslabs

Boslabs maakte een kleurrijke brochure om het project 'De Waarde Van Dingen' voor te stellen. Jozefien Gruyaert gaf het vorm en Vincent Van Meenen schreef er een mooie tekst bij. We vroegen ook een hele hoop mensen om -wat Boslabs is- in hun moedertaal te vertalen.

file

klik op de afbeelding voor een uitvergrote weergave, bekijk ook deze en deze versie van de brochure!

Boslabs begint met een appel en een boterham met chocopasta.
Younes roert door de thee. It is not strong enough. It needs more sugar. It is too strong.
Karen en Fleur bespreken met de vrijwilligers wat we vandaag doen: knippen, gipsen, schrijven, tekenen, unboxing-video’s maken, fotograferen, kleien, verkleden, naaien, timmeren; het lijkt wel een kaartspel. Wie weet wat het vandaag wordt?
Dan stromen de jongeren lachend de keuken in, als lucht in mijn longen.
Meneer, meneer! Wat is de wifi? Meneer!
Herten zijn het, elegant en fier verzamelen ze aan de drinkplaats in het midden van het woud. Ze roepen, fezelen, gebaren, denken en bewegen in vele talen, te veel om op te noemen, te veel om te begrijpen, te veel om in te verdwalen. Daarna begint het.
We rennen door het hele gebouw, omhoog, omlaag, omhoog opnieuw.
We zijn met heel veel, we verdelen ons in kleinere groepen zodat we aan de slag kunnen. Boven binden we met elastiek een stift vast op het einde van een bamboestok. Daarmee maken we portretten van elkaar. De ene probeert zo getrouw mogelijk de ander te tekenen, maar de stift op het einde van de stok leidt een eigen leven, met een eigen wil. Terwijl de ene vecht met de stift, neemt de ander brutale poses aan. De jury bestaat uit de rest van het groepje. De jury is streng en lacht hard. De jury neemt selfies, dat is toch ook een portret?
Wie te veel energie heeft, kan beneden bij Younes leren dansen op de zwart/wit-geblokte breakdancemat. Enkele jongeren verdwijnen meteen daarheen, maar komen straks terug en wagen dan een poging. Sommige meisjes durven het aan om een jongen te portretteren en vice versa. Rust en concentratie dalen neer over de herten, hier en daar begint een gewei te gloeien. Even organisch als vanzelfsprekend dienen andere groepjes zich aan. Minstens een keer per namiddag ontmoeten we iemand die zich helemaal uitleeft in de opdracht, waarna de anderen applaudisseren, of hartjes tekenen. En dan, nog voor we het goed en wel beseffen is de tijd om en verdwijnen de herten, rennen ze het bos uit, de wereld in. De vrijwilligers blijven achter met de resultaten, die we bewonderen en als bladeren door onze handen laten glijden. Beneden drinken we nog een kopje thee en snijden een appel in stukken. Better make that tea strong enough now, we have to wait all week to see them again.

Vincent Van Meenen, 2020