Interview met Frederik Lizen & Bram van Meervelde

uitgangen voor een geïnfecteerde wereldkaart

We nodigden de twee kunstenaars Frederik Lizen en Bram Van Meervelde uit om iets met de buitenkant van Het Bos te doen. Of iets met de buiten, tout court. Het oorspronkelijke plan was om hen in volledige individualiteit loos te laten gaan, maar de heren besloten spontaan om samen te werken. Vanaf maandag 29 juni 2020 startten ze met het werken aan een installatie op het plein voor Het Bos en een muurschildering op houten panelen aan de gevel van Het Bos. Bosmederwerker Danielle De Nul had een gesprek met hen.

Frederik: De bedoeling van dit project was om een veranderend werk te maken
dat over de periode van een maand aangepast zou worden.

Bram: We zijn vertrokken van het idee van de locatie
van de Konijnenpijp
die hieronder loopt.

F: Omdat ik altijd met schilderen werk
heb ik gekozen om uitgangen van konijnenpijpen te schilderen
op houten panelen
die nu aan de voorgevel van Het Bos hangen.
Dit was het idee:
om altijd een konijn te doen verschijnen
en dat konijn terug te overschilderen,
en dan weer nieuwe konijnen te schilderen
en die dan terug te overschilderen
en altijd met de kleur van dat groen, van de konijnenweide
en altijd als ik een konijn overschilderde, liet ik konijnenhopen achter.
En zo is het werk blijven evolueren
en die konijnen zijn beginnen bewegen
die konijnen die buiten komen
en hun ‘gevoeg’ doen…
Ja…
Nee…
dat.. euh,
ik vind dat interessant,
het puur abstracte,
dat vertelt meer dan het figuratieve…illustratieve.
Dat mensen denken:
wat is dat nu weer.
Je kan interpreteren wat je wil,
bijvoorbeeld :
die konijnenpijpuitgangen kan je als wereldbollen zien
met die overblijfselen van overschilderde konijnen
en dat bruin is een soort veld ertussen, de aarde in het algemeen
en je krijgt een soort van map, wereldkaart,
helemaal geïnfecteerd
door stront
en wat ik nu ook interessant vind
al die bollen
zoals de verspreiding van mensen,
over de wereld,
de verspreiding van alles eigenlijk
een soort inpalmen van de wereld

B: Ja…

F: Zever?

B: Nee, dat is warm hé.

Danielle: Dat mag het niet zijn?

B: Dat mag het zeker zijn,
ik vind dat fantastisch.
Dat alles een beetje trager gaat.
Ja.

F: Ja, het mag ruis zijn.
Een werk dat moet niet ineens begrepen worden
of van het eerste zicht duidelijk zijn.

B: Geen blinkende hond die hier op de middenberm staat,
dat hoeft niet,
dat mag,
dat hoeft niet.

F: Dat is minder voor interpretatie vatbaar

B: Is dat?
Ja… ja want, ik was ook aan het denken…
dat is echt een grote verantwoordelijkheid om hier op dat vergeten perkje
want hier is eigenlijk niet zoveel groen,
om hier, om niet te zeggen, op dat verloederd perkje,
want ik vind dat fantastisch dat hier van die wilde bloemen groeien,
je komt dat toch niet zoveel tegen,
zeker niet in het midden van het stad
en zeker niet op zo’n sjiek gebied als op het eilandje,
we zijn nu wel een beetje de grens, maar euh
maar dan denk je,
ok,
ik ga hier op dat perkje iets laten knallen,
gelijk de vorige keer heeft er hier toch een sokkel van Leopold de tweede gestaan,
zo een interpretatie, in een houten vorm.
Prachtig werk, goed concept,
maar dat is niet altijd nodig
om zo een groot ding neer te poten.
dat is niet altijd nodig,
het is ook leuk om van die kleine…

ik heb wel genoten van die sokkel, zeker en vast
en ik geniet ook van grote dingen,
zoals dat werk hier van Guy Rombouts dat hier tegen de gevel staat,
dat is heel schoon geïntegreerd
en dat knalt,
en dat laat tot de verbeelding toe,
dus voila. Ja.
Ik ben aanvankelijk begonnen met een grote banner te hangen,
aan de overkant van het huis, boven de ingang van de tunnel.
Niet onbelangrijk om te vermelden:
er stond oorspronkelijk op:
minder tunnels, meer bruggen.
Het was een illegale actie,
ik had dat ongevraagd opgehangen,
na 24u was die banner weg.
Ik had dat mee opgehangen om de gezondheidssector te steunen.
Dus, die banner werd eraf gehaald.
En toen is dit project begonnen.
Ik heb eerst putten gegraven hier op de middenberm,
buizen in de grond gestoken,
bolletjes rondgestrooid,
een konijnenkeutelpaal gezet
en toen wilde ik iets met een vlag doen
geen witte vlag meer met een rood hartje,
maar een witte vlag met een playboy logo erop
Misschien was dat iets te hard bedacht ik me,
dus heb ik er ook een musti op gespoten
om het wat zachter te maken
en dat opnieuw opgehangen.
En dat hangt er nog altijd,
na al die weken.
Niemand neemt er aanstoot aan,
niemand haalt dat weg.

F: Door de kinderlijk onschuld?

B: Ja? Ja… en dus ik heb bolletjes aan de overkant gelegd
op die middenberm
en dan heb ik die gaten gegraven
en daarin pvc-buizen gestoken
en die sokkel geplaatst met konijnenkeutels
en die vlaggen gehangen

F: En die uitgangen, uitgangen van konijnenpijpen

B: Uitgangen… uitgangen en ingangen.

F: En ik ben van hetzelfde idee vertrokken
van die pijpen

B: En zo hebben we eigenlijk dat proces van zelf laten beginnen
en dat op zich laten leven.
Dit zijn meer dan drie zinnen

F: Dat is waar.
Ik denk dat het goed is op die manier,
hoe het is gebeurd,
dat het eerder in het onderbewuste eerst binnenkomt
en dat mensen dan pas de link leggen,
dat het daarom blijft hangen
Niet te shockerend
Het sluipt meer binnen
en dat gaat iets trager

B: dat is een voordeel aan de publieke ruimte
dat er blijvende passage is.
Zoals het werk,
een proces.
Het begint subtiel en het wordt steeds duidelijker en duidelijker

F: Ik vind het goed dat je zoiets kunt bekijken over een langere periode,
dat iets niet af is,
ook niet,
nu niet,
dat je meer een werk maakt dat zich verspreidt,
letterlijk en figuurlijk,
van hoe iets beweegt en verspreidt
en dat het zich ook verspreidt over een tijdspanne,
waardoor het idee niet in één beeld te vatten is.
Het werk of idee of proces is een hele periode
een geheel van acties
en dat geheel bepaalt wat het werk is,
wat specifiek dat werk is.
Dat je in elke stap een ander werk toont
en dat je een eindresultaat hebt dat heel abstract is…
zeker nu in deze tijd
vind ik dat interessant.

Het werk van Bram van Meervelde en Frederik Lizen is nog de hele zomer te bezichtigen.